Aan de Nederlandse kust stranden de laatste jaren zo’n zevenhonderd bruinvissen per jaar. Ruim vijftig van deze dieren zijn postmortaal onderzocht. Bijna een derde (31 %) daarvan is gestorven door aanvallen van de grijze zeehond, blijkt uit onderzoek van de Universiteit Utrecht in samenwerking met Wageningen Marine Research. Infectieziekten (29%) en voedseltekort (18%) waren ook belangrijke doodsoorzaken. Bijvangst was de doodsoorzaak in 11% van de onderzochte bruinvissen.
Van september tot en met april komen duizenden bruinvissen in de kustwateren voor. Ook het aantal strandingen van dode bruinvissen groeide sterk. Nederland is verplicht zich in te zetten om de bruinvispopulatie in haar wateren in stand te houden. Zo is er een efficiënt systeem voor het verzamelen van gestrande dieren en het uitvoeren van postmortaal onderzoek om onder meer een doodsoorzaak vast te stellen. Een van de hoofddoelen van het onderzoek is het aantal bruinvissen achterhalen dat door menselijk toedoen is gestorven, zoals bijvangst.
Van de onderzochte bruinvissen werden aanvallen door de grijze zeehond in 2016 relatief vaker vastgesteld dan in eerdere jaren. Bijvangst werd juist relatief minder als doodsoorzaak gevonden. Dat kan komen door een verschuiving in doodsoorzaken, maar ook door een verandering in het onderzoek. Vorig jaar werden minder dieren onderzocht, met name verse dieren, terwijl in voorgaande jaren meer dieren maar ook minder verse bruinvissen werden onderzocht. Gestrande bruinvissen in de categorie ‘bijvangst’ bleken vaker minder vers, vermoedelijk doordat deze verder van de kust overlijden.
Aanvullende informatie is te lezen in het bericht op de website over strandingsonderzoek en in de rapportage 2016.
Bron: https://www.uu.nl/onderzoek/strandingsonderzoek