21 augustus 2014
De dode vinvis op het strand van Scheveningen was goed doorvoed en had vlak voor zijn dood nog gegeten, zo blijkt uit onderzoek van de faculteit Diergeneeskunde. Het mannelijke dier, met een lengte van bijna 17 meter, had namelijk een volle maag en darmen. De goede voedingstoestand wijst op een acute doodsoorzaak, eerder dan ziekte. De precieze doodsoorzaak is echter nog niet bekend. Wel troffen de pathologen van de faculteit achter de ribben van het dier verbrijzelde ruggenwervels aan. Het vermoeden bestaat daarom dat het dier het slachtoffer is geworden van een aanvaring. Absolute zekerheid daarover is echter nog niet te geven; daarvoor is aanvullend onderzoek nodig. Uit histologisch onderzoek zal bijvoorbeeld moeten blijken of het dier bloedingen vertoonde. Die moeten uitwijzen of de verwondingen zijn ontstaan voor of na het overlijden van het dier.
Het dier werd aangetroffen op 5 kilometer uit de kust bij Katwijk en is door de KNRM versleept naar het strand bij Scheveningen. Monsters van de vinvis arriveren vandaag op de faculteit Diergeneeskunde voor verder onderzoek. Het onderzoeksteam van de faculteit stelde ook vast dat het dier afwijkingen aan de nieren had, maar gezien de verder goede conditie zullen die waarschijnlijk niet de doodsoorzaak zijn geweest.
Vinvissen leven in de noordelijke Atlantische Oceaan en komen van nature niet voor in de Noordzee.
Meer informatie:
Marieke Veldman, afdeling Communicatie & Marketing faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht, (030) 253 3430, m.m.veldman@uu.nl.