In een eendenkooi in de kop van Noord-Holland maakte een boswachter van Staatsbosbeheer half januari 2019 melding van een Wilde eend die verzwakt was, bol zat, naar lucht hapte en zojuist was doodgegaan. In die eendenkooi waren in de week ervoor al drie Wilde eenden doodgegaan/gevonden. Bij twee van deze dieren kon worden vastgesteld dat ze in goede conditie waren en dat ze restanten van bloembollen in de krop hadden.
De 4e Wilde eend die net was doodgegaan is voor onderzoek door DWHC opgehaald. Deze eend verkeerde ook in een goede voedingstoestand. De krop en de slokdarm waren overmatig gevuld met bloembollen. De overvolle slokdarm drukte de luchtpijp dicht waardoor de eend stikte
De bloembollen zijn zogenaamde ‘afbroeiers’. Dit zijn restanten van bloembollen die in een kas zijn gebruikt om tulpen of andere bloemen in bloei te trekken. Deze bollen zijn verschrompeld en worden tezamen met de potaarde op een hoop gestort om later op het land te worden uitgereden en ondergewerkt. Het is bekend dat in de winter dieren zoals reeën en ganzen dankbaar gebruik maken om van de bloembollen te eten. Omdat in dergelijke hopen ook broei plaatsvindt, bevriezen de bollen niet en blijft het geschikt als voedselbron. En blijkbaar eten Wilde eenden ook van de bloembollen. Wilde eenden gebruiken meren, plassen, en sloten als dagverblijf, en gaan ’s avonds en ’s nachts naar hun foerageergebieden. Een eendenkooi ligt overdag vol met rustende eenden. Juist omdat deze vier eenden zich in een eendenkooi bevonden, kon hun afwijkend gedrag (bol zitten, naar lucht happen) goed worden opgemerkt en werden deze en de dode eenden gevonden.
Wilde eend met overmatig gevulde slokdarm. Foto: DWHC | De inhoud van de slokdarm met bloembolrestanten. Foto: DWHC |