Het onderzoek naar Brucella onder wilde zwijnen wordt uitgebreid. Tot nog toe zijn alleen wilde zwijnen afkomstig uit Zuid-Limburg positief gevonden op B. suis biovar 2. Hoe de situatie in de rest van Nederland is, is onbekend. Daarom wordt het onderzoek uitgebreid over heel Nederland. Dit onderzoek wordt gecoördineerd door de Gezondheidsdienst voor Dieren.
In het komende afschotseizoen voor wilde zwijnen, dat op de Veluwe op 1 juli 2014 begint, zal in samenwerking met de jagers, naast de standaard bloedmonsters voor monitoring, ook tonsillen en stukjes milt worden verzameld. Zo kan ook in deze populatie gekeken worden of Brucella daar voorkomt.
Gezien de bevindingen van tularemie bij hazen in Nederland wordt ook gewerkt aan een onderzoek om een beter inzicht te krijgen naar het voorkomen van tularemie bij wild zoals hazen, vossen en wilde zwijnen. De nu verzamelde organen van de wilde zwijnen op de Veluwe zullen daarom bewaard worden voor als het onderzoek naar tularemie doorgang vindt.
Sinds 2010 worden bloedmonsters van geschoten wilde zwijnen uit Limburg onderzocht op antistoffen tegen Brucella. Van alle 1202 monsters die sindsdien onderzocht zijn, bleken er 55 positief. Dit is een kleine 5% van het totale aantal onderzochte monsters. Het serologisch onderzoek naar Brucella kent echter het probleem dat uitslagen onterecht positief kunnen zijn. Dit komt omdat antilichamen tegen andere bacteriën heel sterk kunnen lijken op antistoffen tegen Brucella-bacteriën waardoor er niet nauwkeurig gemeten kan worden. Echter de 5% positieve serummonsters kan wel duiden op een infectie bij de onderzochte wilde zwijnen.
Om meer zekerheid te krijgen over de infectie is het onderzoek uitgebreid met het aantonen van de bacterie bij wilde zwijnen. Hiertoe werden de amandelen van wilde zwijnen onderzocht. Inmiddels zijn 45 dieren op deze wijze onderzocht. In totaal zijn bij 3 dieren afkomstig uit Zuid-Limburg Brucella-bacteriën geïsoleerd. Nadere typering van twee monsters leverde als resultaat Brucella suis biovar 2 op, deze biovar wordt ook in de landen om ons heen bij wilde zwijnen aangetoond. B. suis biovar 2 is vrijwel niet gevaarlijk voor mensen.
Hoewel het risico op besmetting met B. suis biovar 2 zeer gering is, is het verstandig om voorzorgsmaatregelen te nemen om besmetting te voorkomen. Jagers lopen een zeer gering risico bij het ontweiden en slachten van besmette wilde zwijnen of bij contact met vruchtwater bij een drachtig dier. Hoewel het risico zeer gering is, is het altijd aan te bevelen om algemene hygiënemaatregelen in acht te nemen zoals het dragen van handschoenen en gezichtsbescherming bij het ontweiden en slachten van wilde zwijnen en het voorkomen van snijwonden.
De Gezondheidsdienst voor Dieren te Deventer coördineert dit onderzoek. Het onderzoek naar Brucella wordt uitgevoerd door Centraal Veterinair Instituut (CVI).
Meer informatie over Brucella is te vinden op:
– de website van het CVI
– de website van het RIVM