Het DWHC is het centrale aanspreekpunt voor het melden van dood gevonden dieren en een schakel in de ‘One Health’ aanpak van ziekten.
Om zijn taak goed uit te kunnen voeren (doodsoorzaken onderzoeken, ziekten signaleren en monitoren), is het DWHC afhankelijk van dode dieren die worden aangeleverd door mensen in het veld. Met de opgedane kennis wordt voorlichting en advies gegeven. Hiermee wordt o.a. het bewustzijn vergroot dat ziekten bij wilde dieren grote risico’s met zich kunnen meebrengen voor de gezondheid van mens en dier.
Het netwerk bestaat uit inzenders van dode dieren, samenwerkende organisaties en onderzoeksinstituten, en gebruikers van kennis en expertise. Daarnaast heeft DWHC een aantal partner-organisaties.
In figuur 1 staan een aantal van de leveranciers en samenwerkende onderzoeksinstituten weergegeven.
Voorbeelden van gebruikers van onze kennis en expertise zijn:
Het Rijks Instituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) in Lelystad en de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) zijn partners van DWHC. Het onderzoek bij het RIVM richt zich op ziekteverwekkers die voorkomen bij wilde dieren en die tot ziekte bij de mens kunnen leiden, zoals het hantavirus of de vossenlintworm. Het WBVR doet onderzoek naar meldingsplichtige dierziekten, zoals klassieke varkenspest en aviaire influenza en is referentielaboratorium voor tularemie. Bij de GD worden monitoringsprogramma’s uitgevoerd naar onder andere ziekten die een mogelijk risico voor landbouwhuisdieren kunnen vormen, zoals mond-en-klauwzeer en blaasjesziekte.