De wasbeerhond (Nyctereutes procyonides) en de wasbeer (Procyon lotor) kunnen ziekteverwekkers bij zich dragen die een risico vormen voor de gezondheid van mensen. In 2016 heeft het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in opdracht van Bureau Risicobeoordeling en Onderzoeksprogrammering (BuRO) van de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) het onderzoek naar deze parasieten voortgezet. Dit onderzoek gebeurt in samenwerking met het DWHC, dat de ingeleverde dieren verder onderzoekt op het voorkomen van andere ziekteverwekkers. Daarnaast wordt bij het wasbeerhondenonderzoek samengewerkt met Bureau Mulder-natuurlijk, Altenburg & Wymenga en de Zoogdiervereniging, die ecologisch onderzoek uitvoeren naar de wasbeerhond in Nederland in opdracht van BuRO van de NVWA.
In 2016 zijn vijf wasbeerhonden onderzocht op de parasieten Trichinella spp. en Echinococcus multilocularis (vossenlintworm). Alle vijf de wasbeerhonden waren negatief voor beide parasieten. In 2016 zijn drie wasberen onderzocht op het voorkomen van de parasiet Baylisascaris procyonis (wasberenspoelworm). Hiervan was één dier, afkomstig uit de regio Zuid-Limburg positief.
Ook in 2017 wordt het onderzoek voortgezet. Vandaar de oproep om dode wasbeerhonden en wasberen te blijven melden op de website van DWHC via de link Meld een dood dier of telefonisch contact op te nemen met DWHC (030 – 253 79 25). Zij zorgen dat een koerier het dier bij u op komt halen. Tips over het veilig verpakken van een kadaver vindt u hier.
Voor vragen over dit onderzoek kunt u contact opnemen met het RIVM via miriam.maas@rivm.nl
Meer informatie over het onderzoek is te lezen bij de Gesloten projecten op de DWHC-website.
Update : De resultaten van het onderzoek staan in het RIVM rapport uit 2018: Zoönotische pathogenen bij de wasbeerhond en wasbeer in Nederland.
Auteurs: Miriam Maas1, Margriet Montizaan2
1 Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
2 Dutch Wildlife Health Centre (DWHC)