Update 22 mei: pimpelmezensterfte Nederland



bolzittende zieke pimpelmees

Zieke pimpelmees

Het aantal meldingen van zieke en dode mezen is intussen toegenomen tot meer dan 100 die bij elkaar ruim 200 zieke en dode mezen betreffen. Het overgrote merendeel zijn pimpelmezen met daarnaast een aantal koolmezen. Behalve volwassen dieren, worden nu ook jonge dode pimpel- en koolmezen in nestkasten gemeld.

Geen corona

Elf dieren, waarvan 10 pimpelmezen en 1 koolmees zijn door DWHC opgehaald voor onderzoek. Twee pimpelmezen waren te autolytisch (rot) om nog te kunnen onderzoeken. Zes pimpelmezen zijn getest op corona-, usutu- en westnijlvirus door het Eramsus MC te Rotterdam. Deze testen waren allemaal negatief.

Bacterie

Een aantal van de mezen hadden een bacteriële longontsteking. Het is nog onbekend of het door de Suttonella ornithocola bacterie is veroorzaakt. Het microscopisch beeld van de longontsteking bij een paar dieren past bij het beeld zoals dat is beschreven bij de uitbraak in Duitsland in 2018, maar dit beeld kan ook door andere bacteriën worden veroorzaakt. Een test is noodzakelijk om het vast te stellen. Bij de bacteriekweken tot nu toe zijn wel enkele bacteriën en/of mengculturen gevonden, maar is nog geen Suttonella ornithocola aangetoond. Omdat deze bacterie moeilijk is te kweken, is een moleculaire test nodig.

Update 22 mei:
Door middel van moleculair biologische technieken is bij een aantal onderzochte pimpelmezen de Suttonella ornithocola bacterie door het Veterinair Microbiologisch Diagnostisch Centrum van de faculteit Diergeneeskunde aangetoond.

Sterfte van jonge mezen

Sinds begin mei worden ook weer dode jonge pimpel- en koolmezen gemeld. Dit is een fenomeen dat ook in 2018 en 2019 werd gezien. Toen was de vraag of het bestrijden van de buxusmot een rol kon spelen. Het CLM heeft samen met niet NIOO-KNAW in 2019 onderzoek gedaan en kwam tot de conclusie dat buxusmotbestrijding geen rol kan hebben gespeeld. De oorzaak van de sterfte onder jonge mezen was en is derhalve onbekend. Eén van de oorzaken zou kunnen zijn dat als één van de ouderdieren is doodgegaan, de jongen het niet overleven. In sommige gebieden zal een disbalans in mineralen een rol kunnen spelen, zie Arnold van den Burg zijn onderzoeken: Rammelende eieren en brekebenen bij de koolmees: verzuring terug bij af? en Het verdwijnen en verschijnen van calciumgebrek bij zangvogels. En één van de oorzaken zou een tijdelijk voedsel tekort door bijvoorbeeld regen (jonge mezen eten alleen insecten) kunnen zijn. Als zo’n klein vogeltje één dag geen eten krijgt, gaat het dood aan een maagdarmbloeding. Zo zijn er meerdere oorzaken mogelijk en is er zonder onderzoek geen uitspraak te doen.
Voor goed onderzoek is het belangrijk dat dieren ‘vers’ dood zijn, en dat is juist het probleem bij jongen in een nestkast. Vaak is het onbekend hoe lang ze dood zijn. En daarnaast is het een probleem dat het vogeltje aan de buitenkant er nog goed uitziet, maar de organen al aan het ontbinden zijn. Bij kleine vogeltjes gaat dit erg snel, met dit warme weer zelfs binnen een (paar) uur.