De recente uitbraak van het usutu-virus (let op: niet de vogelgriep) laat zien dat monitoring van dode vogels snel belangrijke informatie over ziektes oplevert. In augustus en september zagen we steeds meer dode merels gemeld worden (924 meldingen tegenover doorgaans enige 100-en per jaar). Bij een groot deel betrof het meerdere zieke of dode Merels bij elkaar. Van een klein deel kon de doodsoorzaak worden onderzocht. Het virus werd bij 27 van de 32 onderzochte dode merels aangetroffen. Dit schrijven onderzoekers van o .a. het Dutch Wildlife Health Centre en Sovon in een kort artikel in Eurosurveillance.
We hoorden voor het eerst van dit virus nadat er in 2011 een grote uitbraak was in Duitsland. In ons land waren er echter tot dit jaar geen gevallen bekend.
Het usutu-virus waart al zeker 20 jaar en mogelijk veel langer rond in Europa. Het virus komt uit Afrika en wordt overgedragen door huissteekmuggen. Na een natte junimaand en een warme nazomer waren er dit jaar veel steekmuggen aanwezig. Dit heeft mogelijk bijgedragen aan het ontstaan en de ernst van de uitbraak. Omdat er geen goede langjarige Nederlandse monitoringgegevens van steekmuggen zijn, pleiten de onderzoekers ervoor om muggen langjarig en gestandaardiseerd te gaan monitoren en bemonsteren.
We bedanken alle waarnemers die met het melden van dode vogels een bijdrage leverden aan dit onderzoek. Vanwege de zeer recente uitbraak van vogelgriep is momenteel extra alertheid op dode watervogels, kraaiachtigen en roofvogels gevraagd. Geef de melding door via sovon.nl/dodevogels of de website van DWHC via de link Meld hier uw dode dier