Bij het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) is in mei 2015 een vleermuis binnengekomen die, na onderzoek bij het Centraal Veterinair Instituut (CVI) te Lelystad, besmet bleek te zijn met vleermuizenrabiës.
Deze ziekte is nauw verwant aan hondsdolheid (klassieke rabiës), maar word veroorzaakt door een ander rabiësvirus, namelijk het European Bat Lyssa Virus (EBLV). In tegenstelling tot hondsdolheid, die niet meer in Nederland bij in het wild levende dieren voorkomt, wordt EBLV regelmatig bij de vleermuizen, met name bij laatvliegers (Eptesicus serotinus), gevonden, ook in sommige andere Europese landen (zie kaart 1). Omdat de intensiteit van rabiësonderzoek per land verschilt, kunnen de absolute aantallen van gevallen van rabiës in kaart 1 niet direct met elkaar worden vergeleken (wanneer er meer vleermuizen worden onderzocht, zullen er bij gelijke besmettingsgraad meer positieve gevallen worden gemeld). De kaart geeft daarom slechts een globale indruk van het voorkomen van vleermuizenrabiës in Europa.
Kaart 1: Aantallen gemelde gevallen van vleermuizenrabiës in Europa 1977 – 2014. Bron: (geraadpleegd juli 2015) |
De mens kan vleermuizenrabiës oplopen door een krab, lik of beet van een besmet dier. De World Health Organization (WHO) geeft aan dat, ondanks dat de kans om als mens vleermuizenrabiës op te lopen, klein is , er in Europa sinds 1977 toch vijf mensen aan zijn overleden (Oekraïne (1977, 2002), Rusland (1985), Finland (1985), Schotland 2002)[1]. De meesten van hen hadden beroeps- of hobbymatig zeer intensief contact met vleermuizen [2].
Het vleermuizenrabiësvirus is in Nederland, tot nu toe, bij twee van de eenentwintig inheemse vleermuizensoorten aangetroffen, te weten bij de laatvlieger (Eptesicus serotinus), en de meervleermuis (Myotis dasycneme). In Engeland is het ook bij de watervleermuis (Myotis daubentonii) aangetroffen. Onlangs is in Duitsland een nieuw type vleermuizenrabiës aangetoond bij de franjestaart (Myotis nattereri) [2]. Beide vleermuissoorten komen ook in Nederland voor. Van de in de laatste jaren in Nederland onderzochte laatvliegers, is gemiddeld 15-20% positief m.b.t. EBLV, bij de meervleermuis komt het virus nauwelijks voor [3].
Een rabide vleermuis wordt, in tegenstelling tot een rabide vos of hond, meestal niet agressief en valt geen mensen aan. Maar als een zieke vleermuis op de grond wordt gevonden of door een kat wordt meegebracht, moet men er rekening mee houden dat de vleermuis besmet zou kunnen zijn met vleermuizenrabiës. Ook als een vleermuis per ongeluk een woning is binnengevlogen, moet men hier rekening mee houden. Het is daarom belangrijk dat vleermuizen nooit met blote handen, maar altijd met dikke handschoenen wordt opgepakt. Dit om te voorkomen dat men in aanraking komt met vleermuizenspeeksel via een beet, krab of lik. Voor meer informatie over rabiës bij mensen, zie de website van het RIVM (http://www.rivm.nl/Onderwerpen/R/Rabies).
Als je een vleermuis hebt gevonden, raak deze dan nooit met blote handen aan! Vleermuizen zijn moeilijk uit elkaar te houden en het is niet uit te sluiten dat ook andere soorten gevoelig zijn of worden voor EBLV.
Wat te doen als u een vleermuis heeft gevonden[4]?
16 juli 2015