Hoogpathogeen vogelgriep komt nog altijd voor onder wilde vogels in Nederland, al zijn er minder meldingen dan vorig jaar om deze tijd. Door de huidige vogeltrek kunnen er varianten van het virus die in het buitenland circuleren Nederland binnenkomen. Mede om daarop zicht te blijven houden is het belangrijk om dood gevonden vogels te blijven melden voor onderzoek. Het melden is sinds medio november gewijzigd, zie de meldwijzer onderaan de pagina. Dode wilde vogels kunnen nu ongeacht het aantal bij DWHC gemeld worden voor onderzoek.
Niet alleen vogels gaan dood door vogelgriep, maar ook carnivoren (vleesetende zoogdieren), zie de eerdere berichten “bunzing en vossen besmet met vogelgriep”, “opnieuw vos met vogelgriep“, en “vogelgriep gevonden bij jonge vosjes in Groningen” ). Deze vogelgriepsterfte onder zoogdieren is nog steeds gaande. Zo meldden een dierenambulance uit Gelderland en een opvangcentrum uit Friesland in november 2022 respectievelijk een vos en een bunzing met afwijkend gedrag. Deze dieren zijn uit hun lijden verlost, en via de NVWA opgestuurd naar WBVR waar bij allebei HPAI is aangetoond.
Als een carnivoor afwijkend gedrag (zenuwverschijnselen) voor het overlijden vertoonde, doet de NVWA onderzoek. Denk hierbij aan ongecontroleerd met de kop draaien of volledige desoriëntatie. Dit soort gevallen kunt u bij de NVWA melden via telefoonnummer 045 – 546 31 88. Maar doe alleen melding bij de NVWA als u dergelijk afwijkend gedrag heeft gezien voordat het dier doodging. Leeft het dier nog? Meld het dan bij de terreinbeheerder. Vertoonde het wilde zoogdier geen zenuwverschijnselen voor zijn dood, of is dit niet bekend, meld het dode dier dan bij DWHC via het meldformulier.