In april 2022 ontving DWHC vier jonge raven die een vogelringer (ringersnummer 3076) dood had gevonden. De vogelringer had bij de raven ook een swab afgenomen voor onderzoek bij het Erasmus MC. Twee raven kwamen uit Putten, één uit Otterlo en één uit De Bilt. De raaf uit Otterlo lag dood onder de nestboom, in het nest zaten nog twee levende dieren van 3 weken oud. De raaf uit De Bilt lag dood op het nest. De twee raven uit Putten komen uit een nest met vier jongen. Bij het ringen bleek één jong in vergaande staat van ontbinding in het nest te liggen (niet onderzocht) en lag één jong dood onder de nestboom. De twee nog levende jongen werden geringd. Eén van de geringde raven lag 3 dagen later dood onder de nestboom.
Uit het onderzoek bij DWHC kwam naar voren dat alle vier de raven mannelijke dieren waren. Alle vier hadden ze een vergrote lever, een rode luchtpijp en donkerrode longen (veroorzaakt door bloeding). De drie raven die dood onder de boom lagen, hadden daarnaast bloed in de lichaamsholte. Een vergrote lever is vaak een reactie op een infectie. Eén dier dat dood onder de boom lag, had een gebroken vleugel. De zogeheten IHC kleuring voor vogelgriep was sterk positief voor de twee raven waarvan de PCR-testen bij het Erasmus MC ook positief waren. WBVR en Erasmus MC hebben vastgesteld dat het vogelgriepvirus van het hoogpathogene type H5N1 was. De twee raven met vogelgriep waren de twee raven uit Putten. De andere twee raven waren licht positief in de IHC-kleuring, maar negatief in de PCR. Vanwaar het verschil is onduidelijk.
Roofvogels en aaseters kunnen ook besmet raken met andere virussen zoals westnijlvirus en usutuvirus. In het kader van monitoring op deze ziekten, bemonsterd DWHC vogels en wordt het materiaal bij Erasmus MC getest. Alle vier de raven waren negatief voor utusuvirus en westnijlvirus.
Naast de vier bij DWHC onderzochte raven, heeft de vogelringer nog acht andere raven uit drie verschillende nesten in Soestduinen, Maashorst-Nistelrode en Veenendaal bemonsterd en opgestuurd naar het Erasmus MC. Eén raaf uit Veenendaal was ook positief voor het hoogpathogene type H5N1 en twee dieren uit Soestduinen waren positief voor vogelgriep, maar was er onvoldoende virus aanwezig om vast te stellen welk type het betrof. De vijf andere raven waren negatief.
Voor Nederland is dit de eerste keer dat vogelgriep bij een raaf werd aangetoond. Voor zover bekend, staat de eerste vermelding van een raaf met hoogpathogeen vogelgriep in het Efsa-rapport met het overzicht van februari – mei 2021 (één raaf, land niet vermeld). In 2022 wordt in de rapportages van de Efsa en Verenigd Koninkrijk melding gemaakt van H5N1 bij één raaf in Ierland (Kerry), één in IJsland, één in Denemarken en één in Noorwegen. In Canada/Noord-Amerika is ook vogelgriep bij raven aangetoond, waarbij geen aantal vermeld staat.
Van roofvogels en aaseters is het bekend dat ze vogelgriep kunnen oplopen door het eten van besmette kadavers. Ook in voorgaande jaren werd vogelgriep bij diverse roofvogels aangetoond. De raaf valt weliswaar onder de zangvogels, maar eet ook aas.
Tekst: DWHC, Erasmus MC, WBVR, Ravenwerkgroep Nederland, NIOO-Vogeltrekstation, Sovon
Een algemeen artikel over vogelgriep verschijnt in het September nummer van Vakblad Natuur Bos en Landschap #187. Link naar website van het vakblad: https://vakbladnbl.nl/
DWHC: https://dwhc-dev.wp.hum.uu.nl/ziekten/aviaire-influenza/
WBVR: Vogelgriep – WUR
DWHC: Dutch Wildlife Health Centre
Efsa: European Food Safety Authority
IHC: immunohistochemie
PCR: polymerase chain reaction
WBVR: Wageningen Bioveterinary Research
Geraadpleegd op 12-09-2022.
Updated Outbreak Assessment #30 HPAI in the UK and Europe 18 July 2022 (publishing.service.gov.uk)
HPAI_Europe__28_20_June_2022_FINAL.pdf (publishing.service.gov.uk)
Avian influenza overview March – June 2022 | EFSA (europa.eu)
Avian influenza overview February – May 2021 – – 2021 – EFSA Journal – Wiley Online Library