De vogelgriep die eerder deze week bij kuifeenden en futen in Nederland is gevonden, behoort tot het hoogpathogene H5N8. Dit heeft Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) gistermiddag 10 november bekend gemaakt.
Deze week werd een melding gedaan van meerdere dode kuifeenden en futen in de omgeving van Monnickendam via Sovon/DWHC, die een gezamenlijk meldpunt hebben voor het melden van dode vogels. Nu is dus bekend geworden dat ze drager zijn van het hoogpathogene vogelgriepvirus H5N8. Eerder deze week werd dit vogelgriepvirus al op meerdere plaatsen in Europa het hoogpathogene vogelgriep (HPAI) H5N8 vastgesteld.
De betreffende melding van de dode vogels is binnengekomen via de monitoring die door Sovon en DWHC wordt uitgevoerd. De meldingen komen bij zowel Sovon als DWHC binnen.
Omdat meer dan drie dode watervogels op dezelfde plek werden gemeld ( Vogelsterftekaart aug 2020 ), is direct contact opgenomen met de NVWA (Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit). De NVWA is de overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor aangifteplichtige dierziekten. Zij heeft contact opgenomen met de melder en gezorgd dat de vogels voor onderzoek naar het Wageningen Bioveterinary Research Lelystad (voorheen CVI) zijn gebracht, het referentie-laboratorium voor vogelgriep (aviaire influenza).
Het belang van het melden van buitengewone sterfte onder in het wild levende dieren voor het opsporen van dierziekten wordt hiermee onderstreept. Mede dankzij de melding en het onderzoek van de dode kuifeenden en futen, is duidelijk geworden dat er momenteel sprake is van een verhoogd risico voor de Nederlandse pluimveesector en kunnen er maatregelen worden genomen om insleep te voorkomen. De staatssecretaris heeft o.a. een landelijke ophok- en afschermplicht ingesteld voor alle commercieel gehouden vogels in Nederland, zie de brief van de staatssecretaris aan de Tweede kamer.
In het kader van de vogelgriepmonitoring is het nu extra belangrijk dat vondsten van dode wilde vogels gemeld worden. Voor deze monitoring heeft de EU een lijst opgesteld met ‘doelsoorten’. In grote lijnen zijn de vogelsoorten die DWHC en Sovon graag gemeld krijgen voor het testen op vogelgriep: eenden, ganzen, zwanen, futen, rallen, reigers, meeuwen, steltlopers, kraaiachtigen en roofvogels.
Als 3 of meer dode watervogels (eenden, zwanen of ganzen) op dezelfde plaats worden gevonden, dan moet u contact opnemen met de NVWA (045 – 546 31 88). Om een goed beeld te krijgen van de sterfte in Nederland, verzoeken wij u om deze dieren ook te melden via DWHC en/of Sovon en bij opmerking aan te geven dat u contact heeft gehad met de NVWA.
Als u minder dode watervogels of andere vogels vindt, dan kunnen deze worden gemeld via het DWHC meldingsformulier en/of via Sovon.