Ziekte: Suttonella ornithocola

De algemene informatie over de ziekte is een vertaling van Suttonella ornithocola infection in Garden Birds. Garden Wildlife Health, April 2020. 

Deze algemene informatie is ook als pdf te downloaden: Factsheet Suttonella-mei 2020

Ziekteverwekker

Suttonella ornithocola is een recentelijk ontdekte bacterie uit de familie van de Cardiobacteriaceae.

Gevoelige diersoorten

Besmetting met Suttonella ornithocola is met name geconstateerd bij pimpelmezen ( Cyanistes caeruleus); echter, ook andere vogels binnen de mezenfamilie (Paridae en Aegithalidae) zijn gevoelig voor besmetting, zoals de zwarte mees (Periparus ater), de staartmees (Aegithalos caudatus) en waarschijnlijk de koolmees (Parus major). Besmetting met Suttonella ornithocola is nog niet vastgesteld bij andere tuinvogelsoorten.

Symptomen dieren

Vogels die besmet zijn met S. ornithocola vertonen algemene ziekteverschijnselen, zoals sloomheid en bol zitten met opgezette veren. Daarnaast kunnen ze ademhalingsproblemen vertonen zoals naar adem snakken. Wilde vogels kunnen diverse ziekten onder de leden hebben die dezelfde ziekteverschijnselen geven en er is geen karakteristiek ziektebeeld aan de hand waarvan men een besmetting met S. ornithocola kan vaststellen zonder gespecialiseerd veterinair onderzoek. Besmette vogels zijn vaak mager, hetgeen erop duidt dat de ziekte zich over meerdere dagen ontwikkelt.

Pathologie

Suttonella ornithocola veroorzaakt een longziekte bij besmette mezen. Microscopisch onderzoek van de longen liet een longontsteking-achtig beeld zien dat in verband wordt gebracht met een S. ornithocola besmetting.

Besmetting dieren

Er is nog relatief weinig bekend over S. ornithocola in meesachtigen. Omdat de bacterie een longinfectie veroorzaakt, wordt een via aerosolen of de lucht verspreide besmetting (i.e. via een door hoesten of niezen veroorzaakte wolk of nevel met de besmettelijke ziekteverwekker) als meest voor de hand liggende besmettingsroute beschouwd. Hoe lang S. ornithocola in het milieu kan overleven is onbekend, evenals de vraag of dat belangrijk is voor de ziekteoverdracht.

Het feit dat tot nu toe vooral pimpelmezen sterven door besmetting met S. ornithocola  , doet vermoeden dat deze soort een belangrijke of zelfs sleutelrol speelt in de ziekte-cyclus.

Besmetting mensen

Hoewel S. ornithocola  voor het eerst in 1996 werd geïsoleerd, duurde het tot 2005 voordat het echt als een nieuwe bacterie werd geïdentificeerd; daarom is er nog relatief weinig bekend over de bacterie en over welke diersoorten het kan besmetten. Er zijn echter geen meldingen bekend van besmetting van mensen of andere zoogdieren met deze bacterie. Tot nu toe is in Groot-Brittannië de infectie alleen vastgesteld bij vogels uit de mezen-familie.

Geografische verspreiding

In de lente van 1996, werden verspreid over Engeland en Wales elf meldingen van mezensterfte van verschillende mezensoorten gemeld. Het betrof vooral pimpelmezen, maar ook bij staartmees, zwarte mees en koolmees werden ziekteverschijnselen waargenomen. Het aantal getroffen vogels verschilde per melding (tussen 1 en 10) en het kan dus zijn dat een lokale ziekte-uitbraak meerdere vogels treft. Suttonella ornithocola is vastgesteld bij vogels van verschillende locaties; dit was de eerste keer dat de bacterie werd aangetoond, en daarom werd het beschouwd als een nieuwe en misschien opkomende ziekte onder Britse wilde vogels.

Uit monitoringonderzoek sinds 2005 blijkt dat jaarlijks enkele sterfte-uitbraken (variërend tussen nul en twee per jaar) door S. ornithocola wijdverspreid over Groot-Brittanië voorkomen. Ook hier blijken pimpelmezen de meest getroffen vogelsoort en kenmerkend is dat uitbraken vooral in de lente optreden. Deze bevindingen duiden erop dat besmettingen met S. ornithocola reeds langere tijd voorkomen in de Britse mezenpopulatie (endemisch zijn).

In het voorjaar van 2017 werd een Suttonella ornithocola besmetting voor het eerst vastgesteld in Zuid- en Centraal-Finland: drie voorvallen waren gemeld van sterfte onder pimpel- en koolmezen. In april 2018 werd in Duitsland voor het eerst mezensterfte in verband gebracht met S. ornithocola: in NoordRijn-Westfalen werden 4 voorvallen van mezensterfte onderzocht, opnieuw betrof het pimpelmezen, zwarte mezen en koolmezen.

In maart/april 2020 werd in Noord-West Duitsland bericht over een epidemie die voornamelijk pimpelmezen betreft: testen hebben bevestigd dat in een aantal van de betroffen vogels afkomstig van verschillende locaties
S. ornithocola besmetting is bevestigd. Het onderzoek naar de uitbraken loopt momenteel nog.

Voorzorgsmaatregelen

Als zich een geval van besmetting  met S. ornithocola voordoet, dan moeten algemene maatregelen voor het bestrijden van ziektes bij wilde vogelpopulaties worden toegepast:

  • Zorg voor optimale hygiëne bij voederplaatsen, inclusief desinfectie (zie hierboven).
  • Zorg dagelijks voor vers en schoon water en maak het waterbadje dagelijks schoon.
  • Voersystemen (zoals voertafels en voersilo’s) zorgen ervoor dat vogels, soms in grote aantallen, samenkomen, waardoor het gevaar van verspreiding van ziekten tussen individuele dieren wordt vergroot als er een uitbraak is. Als meerdere vogels in je tuin ziek zijn, wordt aanbevolen om te overwegen het voeren drastisch te beperken of om tijdelijk met voeren te stoppen (2 – 4 weken). De reden hiervoor is om de vogels te stimuleren om zich te verspreiden en daarbij de kans om nieuwe vogels bij het voerhuis te besmetten te minimaliseren. Pak daarna het voeren geleidelijk  weer op, en hou daarbij in de gaten of zich tekenen van ziekte voordoen.

Algemene hygiënemaatregelen voor standaard toepassing:

  • Dagelijkse goede voerplaatshygiëne. Ruim niet gegeten voedsel en uitwerpselen op voordat je nieuw voer geeft en desinfecteer silo’s en voerplaatsen regelmatig.
  • Geef vogels dagelijks schoon en vers drinkwater.
  • Gebruik voer van goedgekeurde/betrouwbare bronnen.
  • Verplaatst voerplaatsen in de tuin om ophoping van vervuiling te voorkomen en ruim vooral voedselresten die op de grond zijn gevallen op.
  • Reinig en ontsmet voedertafels, voedersilo’s en voederplaatsen regelmatig. Een geschikt ontsmettingsmiddel is bijvoorbeeld een verdunde oplossing van huishoud- bleekwater (5% natrium- hypochloride) of een andere speciaal desinfectiemiddel.
    Na ontsmetting de voedertafel altijd goed afspoelen met water en goed laten drogen alvorens opnieuw te gebruiken.
  • Borstels en andere schoonmaakspullen die gebruikt worden om de voedersilo’s, tafels en vogelbaden schoon te maken moeten niet voor andere doeleinden gebruikt worden en moeten niet binnenshuis worden gebracht, maar moeten buiten bewaard en gebruikt worden, verwijderd van plaatsen waar voedsel (voor mensen) wordt klaargemaakt.
  • Draag rubberen handschoenen bij het schoonmaken en was je handen en onderarmen grondig na afloop, met name voordat je gaat eten of drinken. Voorkom direct contact met zieke of dode vogels. Gebruik bijvoorbeeld wegwerphandschoenen bij het verwijderen van dode vogels of pak de vogel op met behulp van een plasticzak die je over je hand hebt getrokken

Onderzoeksresultaten

Projecten

Geen projecten gevonden.

Overige berichten

Documenten en Publicaties

Geen publicaties gevonden.