In 2014 en het eerste kwartaal van 2015 zijn in totaal 72 hazen bij DWHC binnengekomen voor onderzoek naar de doodsoorzaak. Naast trauma (letsel, ongeval), zijn diverse ziekteverwekkers gevonden, waaronder drie die ook de mens kunnen infecteren (zoönose). Deze drie zijn tularemie (hazenpest), toxoplasmose (ook wel bekend als de kattenbakziekte) en pseudotuberculose (in het buitenland ook wel knaagdierenziekte genoemd). Op de kaart is aangegeven waar in Nederland de hazen waarbij de zoönosen zijn vastgesteld, zijn gevonden.
Momenteel is de hazenpest (tularemie), die veroorzaakt wordt door de bacterie Francisella tularensis, de meest bekende ziekte. Hierover is sinds de vondst van meerdere dode hazen met hazenpest begin dit jaar reeds regelmatig geschreven. In 2014 is bij twee hazen en in het eerste kwartaal van 2015 is bij elf hazen deze ziekte vastgesteld. Via deze link kunt meer informatie vinden over deze ziekte en in welke provincies de hazenpest in de afgelopen jaren is vastgesteld. Informatie over de ziekte bij de mens is beschikbaar op de website van het RIVM. Informatie over de ziekte bij dieren is beschikbaar op de website van CVI.
Naast hazenpest, is dit jaar bij twee hazen vastgesteld dat ze zijn doodgegaan ten gevolge van toxoplasmose. Toxoplasmose is beter bekend als de kattenbakziekte. Toxoplasmose wordt veroorzaakt door de parasiet Toxoplasma gondii die algemeen in het milieu voorkomt. De parasiet heeft een cyclus met een eindgastheer (katachtigen) en tussengastheren. In principe kunnen alle warmbloedige dieren tussengastheer zijn voor Toxoplasma. Alleen katachtigen die voor het eerst met de parasiet besmet raken, scheiden gedurende een paar weken miljoenen eitjes uit. Bij de tussengastheren worden weefselcysten gevormd in vooral spier- en zenuwweefsel. Een besmetting met T. gondii kan worden opgelopen door het binnenkrijgen van de eitjes of door het eten van vlees met weefselcysten.
De gevolgen van een besmetting met deze parasiet, verschilt per diersoort en kan variëren van geen problemen, tot sterfte, zoals dus nu is vastgesteld bij twee hazen in Nederland.
Pseudotuberculose wordt in het buitenland ook wel aangeduid met knaagdierenziekte. De ziekte wordt veroorzaakt door de bacterie Yersinia pseudotuberculosis. In 2014 is bij zeven hazen deze ziekte vastgesteld, maar niet in het eerste kwartaal van 2015 . In het proefschrift ‘Hazen in Nederland’ 1, wordt beschreven dat deze Yersinia bacterie wijdverbreid in de natuur voorkomt, vooral onder woelmuizen, maar dat de bacterie bij hazen echter “alleen ziekteverwekkend wordt wanneer de gastheer in een mindere conditie geraakt.” In dit proefschrift is beschreven dat in de periode 1966-74 bij, in de herfst en winter dood gevonden hazen, percentages van 62% van de onderzochte hazen (N=45) uit de Noordoostpolder en 29 % van de onderzochte hazen (N = 481) uit andere delen van het land, dood zijn gegaan door pseudotuberculose. Meer informatie over deze ziekte bij hazen op de website van DWHC, vindt u via deze link.
Zowel de toxoplasma parasiet als de pseudotuberculose bacterie komen wijdverbreid in de natuur voor, van de hazenpestbacterie kan dat (nog) niet gezegd worden. Waarom de ziekteverwekkers in het ene jaar tot meer en het andere jaar tot minder sterfte onder hazen leiden, is nog grotendeels onbekend. Bij de pseudotuberculose wordt in de literatuur, behalve de relatie met een mindere conditie, ook een link gelegd met koude en natte seizoenen.
Denk bij het vastpakken van dood gevonden dieren altijd aan de hygiëne en pak deze nooit zonder wegwerphandschoenen aan. Het eten van een dood gevonden dier is ten sterkste af te raden, evenals het voeren ervan aan een huisdier.
Vindt u een of meerdere dode hazen, dan verzoekt DWHC u deze dieren te melden via het meldingsformulier op de website of het sturen van een e-mail naar dwhc@uu.nl.
1 Broekhuizen, S. 1982. Hazen in Nederland. Proefschrift Landbouwhogeschool Wageningen.
30 april 2015